Door Jeroen Bol In Efeze hoofdstuk 4 lezen we dat de Heere Jezus Christus aan zijn Gemeente zowel apostelen als profeten heeft gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus. De vraag in welke van deze categorieën J.I. Packer geplaatst moet worden, is niet moeilijk te beantwoorden. Toen hij zich tijdens zijn studentenjaren in Oxford in de jaren '40 eenmaal geroepen wist tot full-time dienst in de zaak van het Evangelie, had Packer al snel het voorgevoel dat hij met name als leraar de Gemeente van Christus zou gaan dienen. Zijn verdere levensloop en de grote betekenis die Packer heeft gehad en nog heeft voor de internationale christelijke wereld hebben dit voorgevoel van Packer ruimschoots bevestigd. Sinds 1955 is hij onafgebroken werkzaam geweest als docent aan diverse theologie-faculteiten. Levensloop Wie is James Innell Packer? Packer werd geboren in 1926 in Gloucester, Engeland. Zijn ouders behoorden tot de Anglicaanse Kerk. Hoewel het gezin iedere zondag trouw de kerkdiensten bezocht, werd er thuis niet over het geloof gesproken. Desondanks dacht Packer als kind en tiener al diep na over geloofsvragen. Hij twijfelde nooit aan het bestaan van God. En hoewel hij naar eigen zeggen als tiener nog helemaal geen persoonlijke relatie met God kende, las hij wel veel in de Bijbel en theologische werken en verdedigde hij op school in discussies met atheïstische klasgenoten de geloofsbelijdenissen van de Anglicaanse Kerk. Na de middelbare school ging Packer studeren aan de universiteit van Oxford. Aanvankelijk waren latijn, grieks, geschiedenis en filosofie zijn hoofdvakken. Gedurende zijn eerste jaar in Oxford speelde hij klarinet in een jazzband met de naam de 'Oxford Bandits'! Packer kon intens genieten van musiceren. Net als Hans Rookmaker, een heel goede vriend en naaste medewerker van de bekende Francis Schaeffer, is Packer altijd een groot liefhebber van de New Orleans Jazz uit de jaren twintig geweest. Toch kwam aan de praktijk van het musiceren al snel een einde. Kort nadat hij tijdens zijn eerste studiejaar in Oxford contact had gezocht met de christelijke studentenvereniging OICCU (Oxford Inter-Collegiate Christian Union), kwam Packer tot bekering. Hij was toen 20 jaar oud. "Een heel gewone bekering, niets spectaculairs", zou hij later zeggen. Maar daarom niet minder echt en ingrijpend. Nieuwe activiteiten en contacten lieten Packers agenda niet onberoerd. Zijn participatie in de jazzband moest het al snel afleggen tegen de bijbelavonden die OICCU iedere zaterdagavond belegde. De Oxford Bandits oefenden steevast iedere zaterdagavond. Voor Packer was de keus snel gemaakt. Hij had nu andere prioriteiten. In contact met de puriteinen Niet lang na zijn bekering kwam hij in contact met de werken van John Owen. Met name het werk van John Owen over 'Indwelling sin in believers'1 ('Inwonende zonde in de gelovige'), was voor Packer het juiste boek op het juiste moment. Hier vond hij werkelijke antwoorden op vragen waarmee hij als jong christen worstelde. In zekere zin was Packer een buitenbeentje binnen OICCU. De in die tijd gangbare opvattingen over heiliging konden hem niet overtuigen. In die jaren was onder veel evangelische christenen de opvatting heel populair dat je na je bekering moet streven naar een tweede ervaring, een 'second blessing'. Heiliging was het doel hiervan. Men noemde dit 'Sanctification by faith' ('Heiliging door geloof'). Zoals je bij de bekering door het geloof gerechtvaardigd wordt, zo wordt men door deze ervaring (Sanctification by faith), door het geloof geheiligd. Men leerde dan ook dat een christen ná een dergelijke ervaring geen innerlijke strijd met betrekking tot de heiliging zou kennen. Packer wees deze leer af als onbijbels en onrealistisch.
Owens behandeling van dit thema daarentegen bevredigde Packer volkomen. Ook Owen legde een grote nadruk op de noodzaak van heiliging van het christenleven. Maar anders dan de boven beschreven opvatting, ging Owen wel heel realistisch en pastoraal verantwoord om met het gegeven dat de strijd van de christen tegen de zonde heel het leven blijft (Gal. 5:16-17, Rom. 8:13). Deze kennismaking met de geschriften van de puriteinen zou tijdens Packers verdere levensloop van blijvende en ingrijpende betekenis blijken. Keer op keer grijpt Packer, in de vele boeken die later van zijn hand verschenen, terug op de puriteinen. Het meest duidelijk is dat in het in 1990 verschenen boek A Quest for Godliness; The Puritan Vision of the Christian Life (de titel van de engelse uitgave luidt: Among God's Giants). Dit boek werd nota bene in 1990 in Engeland uitgeroepen tot het beste christelijke boek van het jaar.
De nederlandstalige versie van een gedeelte van dit boek verschijnt D.V. het komende najaar. Een ander recent boek van Packer is A passion for holiness, waarin hij sterk teruggrijpt op de puriteinen. Als geen ander weet Packer de vertaalslag te maken van de geschriften van de puriteinen naar de Kerk in de tweede helft van de 20e eeuw. Keer op keer houdt hij ons, moderne christenen, de spiegel van de puriteinen voor. En dat is vaak schokkend, onthullend en inspirerend tegelijk.
De Puritan Conferences
In 1948, Packer is dan 22 jaar oud, wordt hij gevraagd om een jaar lang theologie en filosofie te komen doceren aan Oak Hill College, een anglicaanse predikantenopleiding vlakbij Londen. Packer genoot intens van het lesgeven aan Oak Hill College. "Lesgeven zit in mijn genen, niemand heeft het me ooit geleerd", zou hij later zeggen.
Gedurende zijn studietijd in Oxford was Packer onder andere bevriend geraakt met Elizabeth Lloyd-Jones. Zij was de oudste dochter van de bekende Martyn Lloyd-Jones en studeerde in die tijd ook in Oxford. Toen Packer eenmaal werkzaam was aan Oak Hill, leerde hij al snel Martyn Lloyd-Jones zelf kennen. Packer was iedere zondagavond te vinden in Westminster Chapel in Londen. Het duurde niet lang, of hij raakte zeer onder de indruk van Lloyd-Jones' prediking. "Een dergelijk soort prediking had ik nog nooit gehoord", zou hij later zeggen. Toen Martyn Lloyd-Jones op aandringen van Packers vriend Raymond Johnston en zijn dochter Elizabeth, in 1950 de eerste 'Puritan Conference' belegde, bleek het verre van eenvoudig om voldoende geschikte sprekers te vinden, die dit nieuwe enthousiasme voor de puriteinen deelden. Dat was één van de redenen dat de 24-jarige Packer drie van de zes lezingen voor zijn rekening nam. In de jaren die volgden zouden Packer en Lloyd-Jones in Engeland en daarbuiten de grote pioniers blijken te zijn in deze herontdekking van de rijkdom van de puriteinse literatuur. De Puritan Conference was vanaf 1950 een jaarlijks terugkerend fenomeen. Tot op de dag van vandaag vinden deze conferenties ieder jaar plaats in Londen, nu onder de naam 'Westminster Conference'.
Een Evangelical binnen de Anglicaanse kerk
Packer keerde in 1949 terug naar Oxford. Geleidelijk aan werd het hem duidelijk waar hij kerkelijk en theologisch stond. Hij voelde zich het meest verwant met de evangelische stroming binnen de Anglicaanse kerk (Evangelical Reformed). Met name de bekende J.C. Ryle, een evangelische anglicaanse bisschop gedurende de tweede helft van de 19e eeuw, sprak Packer zeer aan. De boeken van Ryle versterkten hem in zijn overtuiging dat men heel goed én anglicaans én orthodox evangelisch kan zijn. Overigens had deze evangelische stroming binnen de Anglicaanse kerk haar wortels niet alleen bij de puriteinen, maar ook in de grote opwekkingen in de 18e eeuw. Was George Whitefield immers geen anglicaans geestelijke geweest, evenals John Wesley? Packer is tot op de dag van vandaag lid van de Anglicaanse kerk gebleven. Een bijbelgetrouw evangelisch en calvinistisch theoloog binnen de Anglicaanse kerk. Daarnaast heeft Packer altijd veel en vaak intensieve contacten gehad met bijbelgetrouwe christenen van verschillende signatuur buiten de Anglicaanse kerk.
Bevestigd en getrouwd
Het jaar 1952 zou een belangrijk jaar blijken voor J.I. Packer. Hij leert dan zijn toekomstige vrouw Kit kennen, met wie hij in 1954 in het huwelijk treedt. De Packers hebben drie geadopteerde kinderen. In hetzelfde jaar 1952 wordt Packer bevestigd als anglicaans predikant. Drie jaar later, in 1955, gaat hij zich dan definitief full-time wijden aan het theologie-onderwijs. De start voor deze loopbaan lag in Tyndale Hall in Bristol, een anglicaanse predikantenopleiding. Sinds dat jaar heeft Packer onafgebroken theologie-onderwijs gegeven aan verschillende opleidingen in Engeland en sinds 1978 in Canada aan Regent College in Vancouver, waar hij tot voor kort als professor werkzaam was in de systematische en historische theologie.
Packers invloed op de christelijke studentenwereld
Kort na zijn start als docent aan Tyndale Hall in Bristol wordt Packer al snel geregeld gevraagd als spreker op conferenties van christelijke studenten. De heldere betoogtrant van Packer blijkt veel studenten aan te spreken. Spoedig vestigt hij de reputatie op uiterst boeiende en aansprekende wijze over allerlei theologische onderwerpen te spreken. Heel veel studenten zijn in de jaren vijftig enorm bemoedigd door de bediening van Packer. Hij wist immers op briljante wijze overtuigend aan te tonen dat het bijbelgetrouwe orthodoxe christendom intellectueel en theologisch veel sterkere papieren bezit dan het liberale, vrijzinnige christendom. Zo gaf Packers in 1958 verschenen boek Fundamentalism and the Word of God een zeer gedegen verdediging van het orthodoxe evangelische christendom tegen de aanvallen van de moderne vrijzinnigheid. Dit boek heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de versteviging van de evangelische studentenbeweging in die tijd. Dat betekende heel veel in de jaren '50, toen de bijbelgetrouwe theologie in Engeland aan de universiteiten sterk in het defensief was gedrongen door de vrijzinnige liberale theologie. Dit alles is van grote, positieve invloed geweest op vele generaties studenten. Het stak talloze toekomstige predikanten en zendelingen een hart onder de riem.
Moeilijke jaren
Toen de Anglicaanse kerk in de loop van de jaren zestig steeds meer in liberaal, vrijzinnig vaarwater verzeild raakte, kwam Packers relatie met evangelische predikanten buiten de Anglicaanse kerk geleidelijk aan meer onder druk te staan. Packer bleef binnen de Anglicaanse kerk de dialoog zoeken en streed op die manier voor het behoud en het herstel van de Anglicaanse kerk. Hij werd ook regelmatig gevraagd zitting te nemen in studiecommissies binnen de Anglicaanse kerk, die zich met verschillende actuele kerk- en geloofsvragen bezig hielden. Als bijbelgetrouw orthodox theoloog en academicus trachtte Packer op dit niveau tegengas te geven tegen allerlei heilloze liberale ontwikkelingen. Martyn Lloyd-Jones koos in die tijd van sterk opkomende vrijzinnigheid voor een geheel andere strategie. Vanaf 1966 pleitte Lloyd-Jones er sterk voor dat alle bijbelgetrouwe evangelischen de gelederen zouden gaan sluiten. Hij was er diep van overtuigd geraakt dat het een heilloze weg was om in kerken te blijven waarin de vrijzinnigheid vaste voet had gekregen. Het blijven zoeken van de dialoog zag hij als een verspilling van tijd en energie. Lloyd-Jones pleitte voor een geheel nieuw samenwerkingsverband van werkelijk bijbelgetrouwe, evangelische predikanten.
Slechts weinigen gaven gehoor aan Lloyd-Jones' oproep in 1966 om de Anglicaanse kerk te verlaten. In 1970 zou dit verschil van opvatting leiden tot de zeer tragische breuk tussen Packer en de Reformed Free Church Evangelicals rond dr. Martyn Lloyd-Jones. Aan een zeer zegenrijke en intensieve samenwerking van maar liefst twintig jaar tussen Packer en Lloyd-Jones kwam een abrupt einde. In evangelisch Engeland van die dagen was dit zonder meer een tragedie. Banden van jaren werden verbroken. Ook aan Packers bijdrage aan de Puritan Conference kwam een einde. Voor Packer, die altijd zijn hart had gezet op het herstel van de Anglicaanse kerk én op intensieve samenwerking met Evangelicals buiten de Anglicaanse kerk, brak nu een moeilijke, eenzame periode aan.
Een deur gesloten, een deur geopend
Het is voor Packer heel bemoedigend geweest dat er in het begin van de jaren zeventig een geheel nieuwe deur voor hem open ging. Geleidelijk aan werd er namelijk een steeds sterker beroep op hem gedaan door amerikaanse Evangelicals. In die tijd ontbrandde in de Verenigde Staten binnen de evangelische wereld de theologische strijd over de onfeilbaarheid en het gezag van de Bijbel. In de loop van de jaren zestig was onder evangelische christenen in de V.S. een stroming opgekomen, die wél geloofde dat de Schrift foutloos en onfeilbaar is waar zij spreekt over geestelijke en morele zaken, maar niet waar zij uitspraken doet van bijvoorbeeld natuurkundige en historische aard. Wat het laatste betreft zou de Schrift onjuistheden bevatten, maar dat zou niets afdoen aan het geestelijke en morele gezag van de Bijbel.
Dat was zo ongeveer de nieuwe opvatting. Veel orthodoxe evangelische leiders in de V.S. waren gealarmeerd over deze nieuwe stroming binnen de evangelische gelederen. Packer werd te hulp geroepen om het klassieke evangelische standpunt van een volledig onfeilbare en betrouwbare Schrift te helpen verdedigen. Packer herkende dit strijdpunt direct als uitermate gewichtig en beslissend voor de hele verdere koers van het evangelisch christendom. Hij was ervan overtuigd dat er heel veel op het spel stond. Hij heeft dan ook een belangrijke en beslissende rol gespeeld in deze theologische strijd, met name tijdens twee grote, aan dit thema gewijde conferenties in San Diego (1981) en Chicago (1982). Packer heeft een belangrijk stempel gedrukt op al de verklaringen die naar aanleiding van deze conferenties op papier zijn gezet. De belangrijkste kan men vinden achterin Packers boek God has spoken.
Het stond voor Packer vast dat het geloof in de onfeilbaarheid, de foutloosheid van de Schrift als het volledig betrouwbare Woord van God van fundamenteel, doorslaggevend belang is voor de praktijk en de kwaliteit van het geloofsleven. Het is mede aan Packers deskundigheid en grote inzet te danken geweest dat dit klassieke evangelische standpunt door het merendeel van de amerikaanse Evangelicals vastgehouden is. In één van de vele publicaties die Packer hierover schreef in die tijd, zegt hij het volgende:
In feite gaat het over het kennen, het werkelijk vertrouwen en gehoorzamen van God als levensstijl. Het is een illusie te denken dat de verschillen van opvatting over de betekenis en de betrouwbaarheid van wat de Bijbel ons leren wil, niet van invloed zijn op hoe we denken over God, op onze relatie met Hem en op de morele praktijk van ons leven. Het gaat in deze discussie om niets anders dan of we wel of niet het geheim zullen leren kennen om bovennatuurlijk ('supernatural') te leven en God te behagen. (...) Alleen onder het gezag van een honderd procent betrouwbare Bijbel kan Christus ten volle gekend worden en kan deze vrijheid die God in Christus schenkt, ten volle genoten worden.2
Naar Regent College in Canada
Aan Packers wat eenzame, geïsoleerde positie in evangelisch Engeland kwam definitief een einde toen hij in 1978 gevraagd werd om aan het Regent College in Vancouver, Canada, systematische en historische theologie te gaan doceren. Over dat aanbod heeft hij niet lang hoeven nadenken. Sinds 1970 had hij gewerkt aan Trinity College in Bristol. Samen met Alec Motyer gaf hij leiding aan dit College. Zijn werk bestond uit college geven, counseling van studenten en daar bovenop nog eens minimaal tien uur administratief werk per week. Tijd voor bezinning, verdieping of het schrijven van boeken en artikelen was er nauwelijks. Aan Regent College zou hij zich alleen hoeven te wijden aan college geven. Hij zou zo eindelijk weer veel tijd hebben voor bezinning, studie en schrijven. Zaken waar zijn hart naar uitgingen. Packer nam het aanbod uit Canada met beide handen aan. Sinds 1978 is hij tot aan zijn recente pensionering met veel voldoening en plezier als professor aan Regent College werkzaam geweest.
Packer richt zich niet alleen tot theologiestudenten. Hij weet ook de juiste toon te zetten om de 'gewone christen', de 'leek' aan te spreken en te bemoedigen. Packers boeken worden bijna allemaal gekenmerkt door een heel gelukkige combinatie van solide diepgang en een voortdurende gerichtheid op de praktijk van het christenleven. Nooit oppervlakkig. Vaak heel pastoraal. Van zijn boek Knowing God, dat in 1973 verscheen, werden de eerste tien jaar na verschijnen maar liefst 500.000 exemplaren verkocht. In dit boek zet Packer rijk en helder uiteen wie God is en wat dat allemaal betekent voor een christen. Wie nog denkt dat theologie per definitie saai en droog moet zijn, is al gauw genezen als hij dit boek van Packer ter hand neemt. Enkele jaren geleden verscheen de nederlandstalige versie onder de titel God leren kennen.
Packer heeft nog vele andere waardevolle boeken geschreven. Keer op keer houdt hij ons, 20e-eeuwse christenen, een spiegel voor. Telkens opnieuw weet hij haarscherp de vinger te leggen bij de zwakke plekken van het hedendaagse, westerse christendom. Die confrontatie is soms heel pijnlijk. Maar zijn het niet de zachte heelmeesters die de stinkende wonden maken? Toch laat Packer het hier niet bij. Hij verrast ook steeds weer, wanneer hij allerlei onvermoede rijkdom weet op te diepen uit bronnen waar veel hedendaagse christenen nauwelijks nog weet van hebben. Vaak gaat Packer hiervoor te rade bij de engelse puriteinen. En hoe knap en fascinerend weet hij die oude waarheden te verwoorden in moderne, begrijpelijke taal! Packer, een briljant evangelisch en reformatorisch theoloog, een leraar met een hart voor de Kerk en een diep verlangen naar een werkelijke opwekking binnen het westerse christendom.
Toekomstplannen
Packer mag dan wel zeventig jaar zijn en gepensioneerd, toch ziet hij zijn levenswerk nog zeker niet als voltooid. Zo is hij vastbesloten om nog een volledige systematische theologie te schrijven. Naar de publikatie van dit werk wordt door velen met spanning én grote verwachting uitgezien. Packer werkt niet alleen aan zijn systematische theologie. Hij is ook begonnen aan het schrijven van een serie bijbelcommentaren. Die serie moet uiteindelijk uit twaalf, mogelijk zelfs nog meer delen gaan bestaan. Packer heeft nog grootse plannen. Wanneer hem nog jaren van gezondheid gegeven worden, hebben we zeker nog heel veel waardevols van deze leraar-pastor te verwachten.
Bibliografie
Christopher Catherwood, Five Evangelical leaders [Scotland: Christian Focus Publications, 1994].
D.M. Lloyd-Jones, The Puritans, their origins and successors [Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1987].
J.I. Packer, Knowing God [London: Hodder & Stoughton, 1973].
J.I. Packer, Evangelism and the sovereignty of God [Illinois: InterVarsity Press, 1961].
J.I. Packer, Fundamentalism and the Word of God [Grand Rapids: Eerdmans Publishing].
J.I. Packer, God has spoken [Illinois: InterVarsity Press].
J.I. Packer, I want to be a Christian [Wheaton Illinois: Tyndale House Publishers].
J.I. Packer, God's words [Illinois: InterVarsity Press].
J.I. Packer, A quest for godliness; The Puritan vision of the christian life [Wheaton Illinois: Crossway Books, 1990].
J.I. Packer, Keep in step with the Spirit [Leicester: InterVarsity Press, 1984].
1. | De volledige titel van dit werk van John Owen luidt: The nature, power, deceit and prevalency of the remainder of indwelling sin in believers. Dit werk is te vinden in: Temptation and sin, Vol. 6 of the works of John Owen [Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1967]. |
2. | Christopher Catherwood, Five Evangelical leaders [Great Britain: Christian Focus Publications, 1994], p. 208 |
© 1995 George Whitefield Stichting.